donderdag 29 september 2011

41.

Ik slaap de laatste weken zo slecht – ik lig er toch al nooit vóór tweeën in – dat ik veertien dagen geleden begonnen ben ’s nachts maar iets nuttigs te gaan doen. Want je kunt wel in je bed blijven woelen, maar dat is ook de oplossing niet. Ik zet dus koffie om een uur of drie, en dan ben ik fit en klaarwakker.
Dan zet ik MTV aan, waar op dat tijdstip het programma Nightvideo’s bezig is (zonder reclame’s!) – wees gerust, dat zet ik zeer zachtjes aan, want ik heb onder- en nevenburen, waarvan één dagelijks om half vijf opstaat, weet ik nu. Waar zou hij werken? Hoogovens? Ik zal het hem eens vragen, als ik hem tegenkom.
Vroeger had je tikmachines. Het geluid dat je op die dingen maakte, zou mijn buren wakker maken. Tegenwoordig heb je de vrijwel geluidloze laptops, godzijdank. Ideale machines voor in de nacht. Op zo’n laptop ben ik begonnen aan een langer ding dan ik normaal schrijf. Ik heb een stad verzonnen, die erg lijkt op de enige stad die ik ken (Alkmaar), waarin ik ronddwaal zoals zeg maar Justin Ward in Simenons Un nouveau dans la ville uit 1950. Als u dat boek nog niet gelezen heeft, moet u dat zeker eens doen. Ik heb het gelezen in ongeveer 1970 en was zeer onder de indruk. Het verschil tussen dat boek en mijn nachtelijke geschrijf is dat ik het helemaal schrijf vanuit die eenling. Ook een verschil is dat ik korte hoofdstukjes schrijf, die ‘passen op een Aviertje’. Dat ben ik gewend te doen.
Ik schrijf per nacht een hoofdstukje plus een beginnetje voor het volgende hoofdstukje, zodat ik de volgende nacht weer moeiteloos verder kan. Of het wat wordt, weet ik nog niet. In elk geval probeer ik mijn tijd goed te besteden.
Om een uur of zes krijg ik slaap en ga ik naar bed. Rond het middaguur sta ik te uwer beschikking.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten